Pagina's

woensdag 19 december 2018

Kerstboom met kerstballen haken

Ik had nog meer inspiratie voor kerstboompjes. De kerstballen in dit boompje zijn er direct in-gehaakt.
Het witte boompje haakte ik vanaf de punt naar beneden door elke 2e toer 2 meerderingen te maken. In het kort: 4 vasten, 6v, 8v, 8v, 10v, 10v, 12v, 12v, enzovoort. En ik haakte voor de bodem een cirkel die op evenveel vasten uitkwam, waarna ik de kegel aan de cirkel vasthaakte.
De rode is iets sneller gemeerderd, elke 2e toer 3 meerderingen.
Het maken van de balletjes is wat gepriegel, dus dat gaan niet zo snel.

De kerstbal maak je als volgt:

wissel van wit naar rood op de normale manier, 
dus door de laatste doorhaling van de vaste met rood te doen

dan krijg je dit

haak dan 4 lossen

doe de haaknaald door de voorste lus van de v aan de bovenkant
en door de linker lus van de v aan de voorkant

en haal de witte draad door alle drie de lussen op de haaknaald
(kleurwissel dus)
daarna weer gewoon witte vasten 

in de volgende toer haak je 'om het balletje' heen
(hou de 2 rode uiteinden naar achteren en het balletje naar voren)
en weer gewoon verder met witte vasten

dan heb je een balletje!

knip de rode draad af, trek beide uiteinden aan
en leg er een dubbele knoop in


10 opmerkingen:

  1. Wat ontzettend leuk zijn ze geworden!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat ontzettend leuk bedacht én uitgevoerd!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Erg leuk en bedankt voor de instructie!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. bedankt ziet er geweldig uit snap nu hoe het werkt;)

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Wat een ontzettend leuk idee.
    Fijne kerstdagen.

    Lieve groetjes,
    Emily
    (casacreaemilia.blogspot.nl)

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Ik begrijp die meerderingen totaal niet. Heel jammer....

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Hallo Chris, ik heb het patroon niet uitgeschreven, maar alleen aangegeven hoeveel steken elke toer moet hebben.
      Iets uitgebreider:
      Toer 1: 4 vasten (in een magische ring bijvoorbeeld).
      Toer 2: vaste, meerdering, vaste, meerdering. Dan heb je 6 vasten.
      Toer 3: 6 vasten (niet meerderen).
      Toer 4: 2 vasten, meerdering, 2 vasten, meerdering. Dan heb je 8 vasten.
      Toer 4: 8 vasten (niet meerderen).
      Enzovoort.
      Hopelijk is het zo duidelijk.
      Groet, Hilde

      Verwijderen